Beste Emilio, Beste Maria, mijn Zusters, mijn Broeders, mijn Vrienden,
Met veel genoegen heb ik de uitnodiging van Emilio aanvaard om vandaag het woord te nemen aan het graf van Papus en zijn familie.
De laatste keer dat mij deze eer te beurt viel, was 7 jaar geleden, in oktober 2005. Ik zal trachten niet in herhaling te vallen, tenzij voor wat essentieel is.
Zoals ieder jaar zijn we hier verzameld rondom het graf van Papus, Philippe, Jacqueline en enkele andere familieleden.
Deze traditie loopt reeds vele jaren.
Over vier jaar zullen we de honderdste verjaardag kunnen huldigen van de reis van Papus naar het Licht.
De tijd vliegt snel en intussen zijn veel mensen geboren en hebben geleefd. Sommigen onder hen hebben hun gloriemomenten gekend en werden als heel belangrijk aanzien in hun tijd.
De kranten en tijdschriften spraken meer over hen dan hun lief was. Nochtans zeggen hun namen ons niets meer.
Velen zijn dus gekomen en in stilte weer gegaan.
Papus, anderzijds, is bijna een eeuw na zijn heengaan nog steeds levend in ons geheugen.
Waarom? Voor de 160 boeken en brochures die hij ons heeft nagelaten?
Wellicht, maar er is veel meer dan dat.
De boeken van Papus, dat is mooie geleerdheid. Dat moeten we toegeven. Maar laat ons de andere Papus niet vergeten, de man van het hart.
Persoonlijk ben ik een Papusmens geworden in 1968.
Een van de eerste esoterische werken die ik las, was Qu’est-ce que l’occultisme, van Papus.
In 108 blz. geeft hij een overzicht van het onderwerp en als inleiding is dit boekje niet zonder waarde. Later heb ik zijn dikkere werken gelezen, waarin hij een gigantische kennis doorgeeft, uitgelegd op een manier die heel verstaanbaar is, zowel voor de beginner als de gevorderde lezer.
Het is niet zomaar dat hij de Balzac van het Occultisme werd genoemd. Bij het lezen, heeft men de indruk dat hij verhaaltjes vertelt en een beetje in het rond praat, maar tegen het einde van het boek heeft de lezer een grote kennis opgedaan, zonder dat hij er zelf iets van gemerkt heeft!
Maar Papus heeft nog meer verdienste dan dat.
Er is ook zijn idealisme, dat ons nog steeds als voorbeeld kan dienen. In plaats van zich toe te leggen op een grote medische carrière met een praktijk voor rijke patiënten, heeft hij zich toegewijd aan zijn patiënten van alle maatschappelijke klassen.
Hij verzorgde niet enkel hun lichaam, maar ook hun ziel, naar het voorbeeld van zijn Spirituele Meester.
Nu we het over zijn meesters hebben:
Zijn eerste meester – zij het postuum – was Eliphas Lévi.
Lévi kan worden beschouwd als de historische verbinding tussen de esoterie van de Middeleeuwen en de Renaissance, enerzijds en die van de 19de eeuw, anderzijds.
Ik zeg postuum, want we weten dat, toen Papus hem zijn eerste brief schreef, Lévi reeds enkele jaren overleden was. In elk geval hebben Papus en zijn vriend Stanislas de Guaïta de boodschap van Eliphas Lévi doorgegeven aan het nageslacht.
Papus beschouwde Alexandre Saint-Yves d’Alveydre als zijn intellectuele meester. D’Alveydre, erfgenaam van de nota’s van Fabre d’Olivet, heeft ons niet enkel zijn Archeometer nagelaten, maar ook zijn reeks “Missions”, woord dat in het Frans zowel missie, taak, als zending of opdracht betekent, maar dat ik graag als taak of nog liever als roeping wil vertalen.
Zo schreef hij de Roeping van India, de Roeping van de Fransen, de Roeping van de Werklieden, de Roeping van de Vorsten en de Roeping van de Joden. Na de dood van deze meester heeft Papus – samen met de Vrienden van Saint-Yves d’Alveydre – een belangrijke rol gespeeld in de poblicatie en de herdrukken van zijn boeken.
De derde Meester van Papus – en nu schrijf ik Meester met een hoofdletter – wat mij betreft, veruit de grootste, was natuurlijk Mijnheer Philippe.
Papus beschouwde Nizier Anthelme Philippe als zijn Spirituele Meester.
Reeds bij hun eerste ontmoeting, is het leven van Papus totaal veranderd. Hij liet de ceremoniële magie achter zich en verving de evocatie door de invocatie. We hebben gelijkaardige getuigenissen van Paul Sédir, Alfred Haehl, Emile Besson, Claude Laurent, Phaneg en anderen. Allen getuigen ze van hun volledige transformatie na hun ontmoeting met Mijnheer Philippe.
Zoals de andere genoemden, heeft Papus ons zijn deel van de boodschap van Meester Philippe doorgegeven. Het is dus dankzij Papus dat ik het Pad van Meester Philippe heb mogen leren kennen, het Pad van het Hart, zo dierbaar aan de Martinisten.
Aangezien we hier verenigd zijn rond dit graf van de familie Encausse, wil ik ook Philippe Encausse danken, die ons zo’n mooie biografie heeft nagelaten van de Spirituele Meester van zijn vader.
Nee, Papus was niet enkel de arts, de geleerde occultist, de uitvinder van een speciale brancard voor aan het front, de toegewijde dokter, hij was ook de grote apostel van Meester Philippe, waarvan hij oprecht heeft geprobeerd volgende principes toe te passen: ons ego vertrappelen, tegenover niemand rancunes hebben en van de medemens houden als van onszelf.
Papus heeft niet voor niets geleefd.
Deze grote man heeft niet enkel ons verstand gevoed, maar ook ons hart!
Salilus (Christian Vandekerkhove)
Met veel genoegen heb ik de uitnodiging van Emilio aanvaard om vandaag het woord te nemen aan het graf van Papus en zijn familie.
De laatste keer dat mij deze eer te beurt viel, was 7 jaar geleden, in oktober 2005. Ik zal trachten niet in herhaling te vallen, tenzij voor wat essentieel is.
Zoals ieder jaar zijn we hier verzameld rondom het graf van Papus, Philippe, Jacqueline en enkele andere familieleden.
Deze traditie loopt reeds vele jaren.
Over vier jaar zullen we de honderdste verjaardag kunnen huldigen van de reis van Papus naar het Licht.
De tijd vliegt snel en intussen zijn veel mensen geboren en hebben geleefd. Sommigen onder hen hebben hun gloriemomenten gekend en werden als heel belangrijk aanzien in hun tijd.
De kranten en tijdschriften spraken meer over hen dan hun lief was. Nochtans zeggen hun namen ons niets meer.
Velen zijn dus gekomen en in stilte weer gegaan.
Papus, anderzijds, is bijna een eeuw na zijn heengaan nog steeds levend in ons geheugen.
Waarom? Voor de 160 boeken en brochures die hij ons heeft nagelaten?
Wellicht, maar er is veel meer dan dat.
De boeken van Papus, dat is mooie geleerdheid. Dat moeten we toegeven. Maar laat ons de andere Papus niet vergeten, de man van het hart.
Persoonlijk ben ik een Papusmens geworden in 1968.
Een van de eerste esoterische werken die ik las, was Qu’est-ce que l’occultisme, van Papus.
In 108 blz. geeft hij een overzicht van het onderwerp en als inleiding is dit boekje niet zonder waarde. Later heb ik zijn dikkere werken gelezen, waarin hij een gigantische kennis doorgeeft, uitgelegd op een manier die heel verstaanbaar is, zowel voor de beginner als de gevorderde lezer.
Het is niet zomaar dat hij de Balzac van het Occultisme werd genoemd. Bij het lezen, heeft men de indruk dat hij verhaaltjes vertelt en een beetje in het rond praat, maar tegen het einde van het boek heeft de lezer een grote kennis opgedaan, zonder dat hij er zelf iets van gemerkt heeft!
Maar Papus heeft nog meer verdienste dan dat.
Er is ook zijn idealisme, dat ons nog steeds als voorbeeld kan dienen. In plaats van zich toe te leggen op een grote medische carrière met een praktijk voor rijke patiënten, heeft hij zich toegewijd aan zijn patiënten van alle maatschappelijke klassen.
Hij verzorgde niet enkel hun lichaam, maar ook hun ziel, naar het voorbeeld van zijn Spirituele Meester.
Nu we het over zijn meesters hebben:
Zijn eerste meester – zij het postuum – was Eliphas Lévi.
Lévi kan worden beschouwd als de historische verbinding tussen de esoterie van de Middeleeuwen en de Renaissance, enerzijds en die van de 19de eeuw, anderzijds.
Ik zeg postuum, want we weten dat, toen Papus hem zijn eerste brief schreef, Lévi reeds enkele jaren overleden was. In elk geval hebben Papus en zijn vriend Stanislas de Guaïta de boodschap van Eliphas Lévi doorgegeven aan het nageslacht.
Papus beschouwde Alexandre Saint-Yves d’Alveydre als zijn intellectuele meester. D’Alveydre, erfgenaam van de nota’s van Fabre d’Olivet, heeft ons niet enkel zijn Archeometer nagelaten, maar ook zijn reeks “Missions”, woord dat in het Frans zowel missie, taak, als zending of opdracht betekent, maar dat ik graag als taak of nog liever als roeping wil vertalen.
Zo schreef hij de Roeping van India, de Roeping van de Fransen, de Roeping van de Werklieden, de Roeping van de Vorsten en de Roeping van de Joden. Na de dood van deze meester heeft Papus – samen met de Vrienden van Saint-Yves d’Alveydre – een belangrijke rol gespeeld in de poblicatie en de herdrukken van zijn boeken.
De derde Meester van Papus – en nu schrijf ik Meester met een hoofdletter – wat mij betreft, veruit de grootste, was natuurlijk Mijnheer Philippe.
Papus beschouwde Nizier Anthelme Philippe als zijn Spirituele Meester.
Reeds bij hun eerste ontmoeting, is het leven van Papus totaal veranderd. Hij liet de ceremoniële magie achter zich en verving de evocatie door de invocatie. We hebben gelijkaardige getuigenissen van Paul Sédir, Alfred Haehl, Emile Besson, Claude Laurent, Phaneg en anderen. Allen getuigen ze van hun volledige transformatie na hun ontmoeting met Mijnheer Philippe.
Zoals de andere genoemden, heeft Papus ons zijn deel van de boodschap van Meester Philippe doorgegeven. Het is dus dankzij Papus dat ik het Pad van Meester Philippe heb mogen leren kennen, het Pad van het Hart, zo dierbaar aan de Martinisten.
Aangezien we hier verenigd zijn rond dit graf van de familie Encausse, wil ik ook Philippe Encausse danken, die ons zo’n mooie biografie heeft nagelaten van de Spirituele Meester van zijn vader.
Nee, Papus was niet enkel de arts, de geleerde occultist, de uitvinder van een speciale brancard voor aan het front, de toegewijde dokter, hij was ook de grote apostel van Meester Philippe, waarvan hij oprecht heeft geprobeerd volgende principes toe te passen: ons ego vertrappelen, tegenover niemand rancunes hebben en van de medemens houden als van onszelf.
Papus heeft niet voor niets geleefd.
Deze grote man heeft niet enkel ons verstand gevoed, maar ook ons hart!
Salilus (Christian Vandekerkhove)